De regio wil een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven behouden met voldoende en toekomstbestendige bedrijventerreinen. Daar maken de gemeente en het bedrijfsleven zich sterk voor. De gewenste doelen zijn uitgewerkt in de nota Ruimtelijke strategie Bedrijventerreinen 2020-2030, die samen met de gemeenten en het georganiseerde bedrijfsleven in de Leidse regio is opgesteld. De strategie bevat keuzes en afspraken om in de toekomst te blijven voorzien in de vraag naar bedrijventerreinen. Op een door ondernemers goed bezochte bijeenkomst in het Heerenhuys werden afgelopen donderdag deze uitgangspunten uitvoerig bediscussieerd.
“De vraag naar bedrijventerreinen in onze regio tot 2030 is becijferd op 47,2 à 63,5 hectare. Die ruimte is nodig voor uitbreiding van bedrijven maar ook voor vervanging als gevolg van transformatie van bedrijventerrein naar andere functies zoals wonen. De regio heeft een aanbod van zo’n 70 hectare bedrijventerrein. Een deel daarvan is direct beschikbaar en heeft een zogeheten harde planstatus. Er is ook een ‘zacht’ aanbod: locaties die mogelijk de bestemming bedrijventerrein kunnen krijgen maar daarvoor nog in onderzoek zijn. Deze locaties zijn nodig om in de nabije en toekomstige vraag te kunnen voorzien,” aldus wethouder J. Knape.
“We staan voor de uitdaging een aantrekkelijk vestigingsklimaat te behouden, zodat onze economie vitaal blijft,” benadrukte de wethouder in zijn toelichting. “We werken daarom toe naar toekomstbestendige bedrijventerreinen. Onderdeel daarvan is inspelen op circulair werken en de energietransitie. Dit vraagt zowel ruimte voor bedrijven als intensivering van de bestaande bedrijventerreinen. De nu opgestelde strategienota gaat daar zeker aan bijdragen.”
“De gemaakte afspraken geven de ondernemers meer duidelijkheid over de jaren tot 2030”, aldus coördinerend ambtenaar Maikel Bode. Hij is betrokken bij de uitvoering van de strategievisie en verzorgde de inhoudelijke toelichting aan de circa vijftig op de voorlichtingsbijeenkomst aanwezige bezoekers. Bode gaf tevens aan dat in de andere zes deelnemende gemeenten dezelfde discussie met ondernemers en directbetrokkenen, plaatsvond.
Vraag
“De vraag doet zich voor wat een goed vestigingsklimaat is en waarin we nu nog moeten bijsturen,” verduidelijkte Bode in zijn informatieve presentatie. “Bedrijven innoveren en groeien, hebben ruimte nodig en stellen nieuwe eisen aan vastgoed en omgeving. Daarnaast zijn er meerdere ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming en klimaatadaptatie. Dat levert voor de lokale regio nieuwe uitdagingen op en vergt ook ruimtegebruik. We staan voor de uitdaging om aan toekomstbestendige bedrijventerreinen te werken waarbij we slim moeten omgaan met de bestaande bedrijventerreinen en de ruimte in onze regio. De ‘Strategie bedrijventerreinen’ bevat de ruimtelijke afspraken over de bedrijventerreinen in de Leidse Regio. Aan de hand van deze strategie werken we aan een sterk vestigingsklimaat voor bedrijven en krijgen ondernemers duidelijkheid over hun (toekomstige) bedrijfsomgeving.”
“De regio biedt weinig ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe terreinen. Tot 2030 zal dat ongeveer 7 hectare zijn. Daarna is er weinig ruimte meer beschikbaar voor bedrijventerreinen. We moeten nu dus goed kijken naar de vraag en ook werken aan creatieve oplossingen. Dat betekent bijvoorbeeld voor ’t Heen het meer gaan hergebruiken van ruimten en oplossingen gaan zoeken in hogere bebouwing. Ook bij de uitgifte van (nieuwe) kavels gaan we uit van meer hoogtegebruik, minder splitsen van de oppervlakte en een goede combinatie van bedrijfstypen: zowel kennisgerelateerde bedrijfsvoering als ruimte voor bedrijven in de wat zwaardere milieucategorie. Ideeën die we in het voortraject getoetst hebben bij belangenbehartigers van het bedrijfsleven, zoals het Parkmanagement Katwijk.”
Drieluik
“Doordat het drieluik ‘wonen, werken en recreëren’ goed afgewogen is in de strategische visie kan er soms uitwisseling in functie plaatsvinden. De harde afspraak is echter dat hectares grond die op die manier verloren gaan voor bedrijven elders worden gecompenseerd. In sommige gevallen is daar al een oplossing voor. In andere gevallen is het nog een zoektocht en ligt er een oplossing in het omzetten van zachte naar harde plancapaciteit.”
Wethouder Knape: “Geplande transformatie in Katwijk geldt voor de locaties: ’t Ambacht, Katwijkerweg en Valkenburgseweg. De compensatie van hectares bedrijventerrein die door transformatie verloren gaan, gebeurt in eerste instantie binnen de gemeentegrenzen en indien dit niet lukt, binnen de regio 071.”
Discussie
De goed voorbereide bijeenkomst ging na de toelichting verder met drie discussiegroepen. De plenair besproken samenvatting van de discussies gaf aan dat er instemming is met de voorgestelde richtingen, waarbij wel aangetekend werd dat de beschikbare ruimte in Katwijk best krap is, vanwege nogal wat verscholen ruimtebehoeften. “Iets dat dan zo snel mogelijk duidelijk moet zijn,” aldus de wethouder. “Ondernemers moeten nog niet bekende wensen zo snel mogelijk doorgeven aan de gemeente. De regio Kloosterschuur kan daarbij eventueel nog oplossingen bieden.”
De bereikbaarheid en de infrastructuur is een zorg die veel ondernemers delen. Indien de regio Leiden groeit met wonen, werken en recreëren, zijn goede ontsluitingen onmisbaar. Vandaar het credo: Eerst ontsluiten, dan bouwen. Ook de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en met name de behoefte aan (technisch) geschoolden, ervaren de ondernemers als een probleem. “Nu al is het moeilijk om aan de juiste werknemers te komen; laat staan als de omvang van de bedrijventerreinen nog groeit.”