Visie PMK op ontwikkeling vraag en aanbod bedrijventerreinen

Algemeen


De ontwikkelingen van bedrijventerreinen, het in kaart brengen van de behoefte en beschikbaarheid in de nabije toekomst plus een onderlinge afstemming over bedrijventerreinen en de regio, zijn opdrachten die in de stuur- en werkgroep regionale bedrijventerreinen-strategie aan de orde zijn. Daarbij komt de vraag over transitie van bedrijventerrein naar woningbouwlocatie, mits er elders in de regio een vervangende locatie is als bedrijventerrein. Sinds kort maakt het PMK deel uit van de werkgroep en gaf het bestuur PMK zijn visie.

Het PMK is van mening dat de regionaal ontwikkelde strategie onvoldoende bijdraagt om vraag en aanbod van bedrijventerreinen in de regio in evenwicht te krijgen. Het bestuur PMK is van mening dat de vraag naar bedrijventerreinen in de regio groot is. Het tijdsbestek welk nodig is voor planvorming en ontwikkeling duurt daarbij lang: 5 tot 10 jaar. Daarin is nog niet een vraag vanuit nieuwe initiatieven en startende bedrijven meegenomen.

Vervolgens is er politieke druk om industrieterreinen om te vormen naar woongebieden. De ontwikkeling hiervan gaat sneller dan de ontwikkeling van nieuwe industrieterreinen. Vandaar onze zorg dat de beschikbare ruimte in de regio te klein is voor een gezonde ontwikkeling van het bedrijfsleven. Daarnaast is de ruimte voor bedrijven met bepaalde vormen van overlast (categorie 4) te gering en de ingezette koers van de stuurgroep Bedrijventerreinen strategie qua snelheid van ontwikkelingen te traag, wat een beperking voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven betekent. Denk aan de grote vraag naar vestigingsplekken voor Klei Oost, waarbij dit bedrijventerrein al snel uitgeput is als daar een verdere uitbreiding wordt gerealiseerd.’

Plancapaciteit

Ten aanzien van de voortgang van het omzetten van zachte naar harde plancapaciteit ziet het PMK, dat sinds eind 2022 meedraait in de werkgroep, dat bepaalde thema’s al langer spelen zonder concreet resultaat. De ambitie van regionale afstemming is goed, maar lijkt soms ook een vertraging te veroorzaken in bepaalde gebieden, zoals de regio Katwijk. Daarbij lijkt de financieringsvorm bij deze ontwikkeling te laat verkend te zijn.

Wel zien we op bestuurlijk niveau ontwikkelingen die op termijn perspectief bieden om te komen tot concretisering van het beleid. Een zorg blijft het beperkt informeren en betrekken van de ondernemers op de terreinen. Een ander probleem blijft het theoretische karakter van de (huidige) benadering. Meer concretisering, uitwerken en visualiseren van mogelijkheden helpt onzes inziens.

Het PMK gaf in de werkgroep aan dat veel ruimte te winnen valt door een andere opzet c.q. bestemming van de huidige terreinen. We illustreerden dat met het bedrijventerrein ’t Heen en suggereerden dat deels voor Het Ambacht (transformatie). Ook hier is een praktische betrokkenheid van ondernemers (verenigd in belangengroepen) van groot belang bij het formuleren en visualiseren van voornemens.

De vastgestelde strategie niet is gebaseerd op de geactualiseerde provinciale behoefteraming. Het PMK vindt het nodig om de strategie bij te sturen. Maar niet alleen door een opdracht aan een onderzoeksbureau te geven maar meer betrokkenheid van de (verenigde) ondernemers te organiseren. Ontwikkeling en verkenningen zijn momenteel sterk ambtelijk, vindt het PMK.

Monitoren

Op de vraag of er voldoende wordt gemonitord bij transformatie (compensatie en uitgifte van gronden), zegt het PMK dat het geformuleerde uitgangspunt – compensatie elders – juist is. Wat dat betekent en wat daarvan de consequenties zijn blijft onduidelijk. Als je ziet hoe in Leiden gebieden omgevormd worden van industriegebieden naar woonkernen en hoe daar de huidige visie van de gemeente op industrieterreinen is, dan is dat zorgelijk te noemen, zeker als we vanuit ‘bestuurlijk Leiden’ binnen het gebied Leiden geen compensatie hiervoor zien. De belasting komt dus terecht in de omliggende gemeenten. En het effect van die policy ervaart het PMK al enige tijd; kijk maar naar Valkenhorst.

Betere monitoring door het verdichten en verruimen van bestaande bedrijventerreinen beter in kaart te krijgen helpt de ontwikkelingen. Dit kan alleen in samenhang met belangenverenigingen van gevestigde ondernemers. Bij verdichting zullen ook de mogelijkheden hiervoor gemonitord moeten worden, want verdichting heeft impact op verkeersbewegingen en parkeerproblematiek.

De tijdshorizon van 2030 komt dichterbij. Er zullen dus per regiogebied (gemeente) verkenningen uitgewerkt moeten worden tussen ondernemers en bestuurders, met ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Dit als reflectie op bestaande uitgangspunten en eventuele aanpassingen. Voordeel: het wordt concreter, informatie naar ondernemers gaat lopen en theorie en praktijk krijgen meer evenwicht. Essentieel: Door doelstellingen in tijd helder vast te leggen en te monitoren, werk je met elkaar in elk geval samen in hetzelfde tijdsframe en dwing je besluiten en besluitvorming ook beter af.

Daarbij lijken bestaande visies en uitgangspunten bij transformatie van bedrijventerreinen onvoldoende te werken, omdat er allerlei ideeën zijn om industriegebieden te transformeren naar woongebieden, maar er tot op heden geen gebieden naar industriegebieden omgevormd zijn. in ieder geval niet op een dusdanige wijze dat de industrieën in de verschillende categorieën daar gevestigd kunnen gaan worden. Wij zien de transformatie naar woongebieden sneller gaan dan de definitieve toewijzing van nieuw te vormen industriegebieden. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht

Vestigingsklimaat

Op de vraag of er voldoende aandacht is voor het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat, is het PMK van mening dat dit generaliserend niet beantwoord kan worden. Wel merken we dat door aandringen van het PMK het in Katwijk een agendapunt in het overleg met de wethouder (lokaal) werd en nu leidt tot planvorming/verkenning. Ook maakt het deel uit, door ons aandringen, van de planvorming Challenge voor het bedrijventerrein ’t Heen. Gemeenten en daarmee ontwikkeling Economie071 heeft lokaal partners nodig, vanuit de ondernemers gevormd, die weten wat in hun nabijheid speelt en staan voor de directe belangenbehartiging en het nemen van verantwoordelijkheid daarbij.

Verdichting is daarbij een belangrijk thema op lokaal niveau, maar onderwerpen zoals mobiliteit, energietransitie et cetera, spelen meer op regionaal niveau. Op de vraag of er ten opzichte van toekomstbestendigheid voldoende gekeken wordt naar de juiste schaalniveaus zoals kansenzones, bedrijventerreinen, lokaal-regionaal niveau, antwoordt het PMK: Verdichting is een belangrijk thema op regionaal niveau, het hangt samen met onderwerpen zoals mobiliteit, en energietransitie of te wel een Challenge/revitalisering die je niet alleen lokaal kunt afvangen. Het PMK stimuleert het ambtelijk denken vanuit een integrale aanpak en vanuit samenhangende regiogebieden.

Daarnaast vindt het PMK de vroegtijdige verkenning naar financieringsmogelijkheden bij alle ontwikkelingen erg belangrijk. Tenslotte is een integrale aanpak nodig want invoering energietransitie, klimaatadaptie en circulariteit vergen eveneens aanpassingen/tijdig bijsturen van de ontwikkelingen. Daarbij zijn huidige ontwikkelingen in de planvorming vanuit de Stuurgroep regionale Bedrijventerreinen-strategie zonder een visie op de ontwikkelingen (nieuwe technologieën, kunstmatige intelligentie/AI) van met name de industrie. Ook is het PMK van mening dat er onvoldoende aandacht met betrekking tot het thema duurzaamheid en voor de bestaande bedrijventerreinen die niet transformeren tot 2030. En dat laatste dan met name voor de wat kleinere terreinen.