De gemeente Katwijk heeft de kaders voor een nieuw parkeerbeleid uitgewerkt. Een uitgangspunt bij het vinden van oplossingen is om de overlast van vrachtwagens en opleggers uit omliggende gemeenten tegen te gaan. Daarnaast geldt ook het ontwikkelen van beleid om parkeeroverlast tegen te gaan van personenauto’s, aanhangwagens, containers etc. op de bedrijventerreinen.
Het PMK is betrokken bij de voorstellen voor een nieuw parkeerbeleid en sprak af dat deze voorstellen en het mogelijke effect daarvan, toegelicht worden in een voorlichtingsbijeenkomst van de gemeente aan alle ondernemers die gevestigd zijn op ‘t Heen.
Om vooraf inzicht te krijgen vond er een telling[1] plaats van het aantal vrachtwagens in de openbare ruimte op ’t Heen, waaruit het grote aantal gebruikers bleek. Daarbij komt dat ‘grote voertuigen’ nu ook nog parkeren mogen in straten/wegen die daartoe niet geëigend zijn. Hierbij plaatst het PMK vraagtekens.
De gemeente Noordwijk werkt met een vergunningenstelsel voor het parkeren van vrachtauto’s (van Noordwijkse ondernemers) variërend van tweehonderd (voor hele kleine) tot vierhonderd euro per vrachtwagen op jaarbasis. Voor een bedrijf met meerdere vrachtwagens en eventueel opleggers kan dit de reden zijn om de vrachtwagens te parkeren op het direct aanpalende bedrijventerrein van Katwijk. De goede collectieve beveiliging speelt daarbij ook een rol.
Momenteel zijn er twee modellen[2] voor regulering verkend. Gedacht wordt door het PMK aan een aanwijzingsbesluit zodat parkeren met vrachtwagens en opleggers op ’t Heen niet toegestaan is, waarbij echter de op ’t Heen gevestigde ondernemers een beperkte ontheffing kunnen krijgen (gereguleerd met name i.v.m. ondernemers die klein kantoortje huren en mogelijkerwijs voor een groot aantal wagen ontheffing vragen).
Personenvoertuigen
Het PMK kaartte ook de andere parkeerproblemen aan, zoals soms de disbalans tussen het gevestigd zijn met een klein kantoor en het veroorzaken van een grote parkeerdruk, of de ‘straathandel’ van auto’s zonder dat er formeel een bedrijf gevestigd is.
Het PMK onderschrijft dat het vrachtverkeer een prioriteit heeft, maar vindt dat ook het parkeerbeleid voor personenauto’s een belangrijk onderdeel is van het gehele parkeerbeleid. Daarnaast wordt de link gelegd tussen parkeren en het vestigingsbeleid. Dat betekent dat de inrichting van het terrein rekening houdt met parkeervakken, gereguleerd parkeren ‘bezoekers’ en het voldoende openhouden van inritten naar bedrijfspanden. Tenslotte is het PMK van mening dat er soms een disverhouding is tussen de grootte van een bedrijf en het aantal personenauto’s dat geparkeerd wordt. Vanuit het vestigingsbeleid moet de parkeerruimte op eigenterrein bepaald zijn en tevens het aantal vergunningen voor parkeren op ‘straat’.
Uit waarnemingen blijkt dat er op het terrein veelal oneigenlijk gebruik bij het parkeren plaatsvindt. Daarbij is op bepaalde delen van het terrein de overlast duidelijk waarneembaar. Ook dat dient gereguleerd te worden in het nieuwe parkeerbeleid. Bijvoorbeeld door de combinatie van parkeren op eigenterrein en een beperkt aantal vergunningen.
Keuze
Tenslotte is het PMK van mening dat er geen prioriteit of onderscheid qua type voertuigen aangeven moet worden voor de aard van het parkeerprobleem. Het gaat om een integraal beleid voor vrachtwagens en personenauto’s. Daarbij dient het stimuleren van gebruik fiets en of openbaar vervoer actief gestimuleerd te worden.
Betaald parkeren en parkeervergunningen per locatie, gekoppeld aan bedrijfsgrootte en gebruik eigen terrein voor parkeren, blijven opties. Dit laatste kan ook signaalfunctie hebben tegen het gaan opsplitsen van bedrijfspanden, omdat daarmee er geen ruimte tot parkeren voor de ‘nieuwe’ ondernemer is.
Tenslotte is het PMK van mening dat de openbare ruimte niet misbruikt mag worden door bepaalde ondernemers voor het parkeren, met wat voor objecten dan ook.
De vraag ligt voor of het zinvol is, samen met de gemeente, een onderzoek/telling/enquête uit te werken van het aantal bedrijven, de kavelgrootte en het aantal medewerkers, c.q. de parkeerbehoefte.
Tenslotte is het gebruik van de openbare weg, c.q. parkeerstroken ongeschikt voor opslag met containers.
Nodig bij dit alles: meer en frequent handhaven.
[1] Gegevens zijn bekend bij de gemeente en PMK
[2] Voorstel modellen heeft het PMK