Met de invoering van de nieuwe Omgevingswet moest het geluidproductieplafond (GPP) van bedrijventerrein ’t Heen opnieuw berekend worden. In de nieuwe vaststelling binnen zones krijgen bewoners vooraf de kans hun mening te geven en daarmee invloed uit te oefenen op de procedure tot vaststelling. Eerder kregen ondernemers en hun vertegenwoordigers van het Parkmanagement Katwijk deze kans tijdens een toelichting en bespreking. Op een bijeenkomst voor bewoners dinsdagavond bleef de opkomst beperkt tot één bewoner en een vertegenwoordiger van het Parkmanagement. De opbrengst deze avond was instemming van en tevredenheid bij de genodigden.
De gemeentelijke beleidsambtenaar Jan van Duijn, die zich bezighoudt met geluidzonering, gaf in een korte introductie een helder beeld van de verplichte procedures in het kader van de nieuwe Omgevingswet. “In de regio zijn we de eerste die deze procedure doorlopen en daarmee enigszins trendsetter,” gaf hij aan. Tijdens de openbare voorlichtingsbijeenkomst werd hij bijgestaan door twee collega’s, plus Elmers Eradus de verantwoordelijke in het proces namens de Omgevingsdienst Zuid-Holland en een specifieke deskundige van het gerenommeerde onderzoeksbureau Peutz-Geluidmonitoring, Ir Leon Eilders. Het bureau dat de berekeningen voor de nieuwe registratie uitwerkte.
“De kern van de procedure is dat we de geluidbelasting vanuit de oude systematiek omrekenen naar de nieuwe systematiek. Het gaat om een transparant systeem waar beoordeling van geluidoverlast in vergelijkbare eenheden vertaald is, zodat we geluidbelasting van een bedrijventerrein kunnen vergelijken en eventueel in een regio vermeerderen met geluidbelasting door snelwegen en spoorlijnen. De sommatie daarvan in een gebied is gelimiteerd,” aldus de deskundige van de Omgevingsdienst.
“Voor ’t Heen geldt dat de totale geluidbelasting verwerkt is in een rekenmodel, dat voldoet aan zowel de oude als nieuwe normering. Het gaat om een gemiddelde registratie, vastgelegd in een soort boekhouding over het terrein en geen beoordeling over eventuele piekbelasting van individuele bedrijven. Die moeten zich houden aan de afgegeven vergunning en bij overschrijding van de afspraken – of klachten – meten we dat en kunnen er restricties opgelegd worden,” aldus Van Duijn. Uitgangspunt blijft dat het om en actief beheer gaat qua leefbaarheid voor de omwonenden, naast het kunnen werken en produceren op de bedrijventerreinen.”
“Nieuw is de bepaling van een geluidsaandachtsgebied, dat iets buiten de grenzen van het bedrijventerrein ligt en waarvoor een maximale geluidsbelasting geldt. Mocht in zo’n overgangsgebied woningen gebouwd worden, moet er door de ontwikkelaar rekening gehouden worden met het geluid zonder dat er vingerwijzingen naar het bedrijventerrein komt.”
Wetgeving
De gemeente moet vanuit een wettelijke verplichting voor bedrijvengebied ‘t Heen een geluidsproductieplafond (GPP) vaststellen dat de maximale hoeveelheid geluid bepaalt die bij een gebied is toegestaan en dat geluidsoverlast voor de directe omgeving voorkomt. Belangrijk daarbij is dat de toegestane hoeveelheid geluid in bedrijvengebied ’t Heen niet zal wijzigen ten opzichte van de huidige situatie.
Foto Jan van Duijn, met twee collega’s en in het midden de deskundigen van de Omgevingsdienst en het onderzoeksbureau. Geheel rechts de geïnteresseerde bewoner.