‘Pak de parkeeroverlast in ‘t Heen aan’. Dat is de kern uit de gemeentelijke notitie Evaluatie Parkeerbeleid, die onlangs verscheen en half november vastgesteld werd door het college van B & W. Een notitie die, indien de procedure volgens planning verloopt, begin volgend jaar door de gemeenteraad bekrachtigd wordt. In de notitie staat aangegeven dat het vinden van oplossingen voor de bedrijventerreinen in overleg met het Parkmanagement Katwijk dient te gebeuren.
In augustus 2022 heeft het college de Beleidsregels parkeerregulering Katwijk vastgesteld. Inmiddels vond de evaluatie van het parkeerbeleid plaats met aanbevelingen aan de gemeenteraad. In deze notitie is, mede op verzoek van het Parkmanagement, de situatie in ‘t Heen en Klei Oost meegenomen. De notitie geeft nu aan dat bedrijven op ’t Heen parkeeroverlast ondervinden van sommige autohandelaren en garagebedrijven. Ook is er overlast van geparkeerde vrachtwagens en -trailers.
De aanbeveling voor de situaties op ‘t Heen en Klei Oost in de notitie gaat uit van: Ga samen met het Parkmanagement in gesprek met overlast-gevende bedrijven om gedragsregels te stellen en tot een oplossing te komen. En ga over tot het reguleren van het parkeren van vrachtwagens en opleggers op ’t Heen. Daarnaast verkent de gemeente of, en dan welke, juridische stappen mogelijk zijn, terwijl de intensivering op handhaven is doorgevoerd.
Inrit
In de notitie staat ook de regelgeving voor inritten benadrukt: Een perceel dat toegankelijk moet zijn voor voertuigen wordt ontsloten met een inrit/uitrit op de openbare weg. Doel van een inrit bij een bedrijf kan een laad/losfunctie op eigen terrein een aanvullende reden zijn voor een inrit. Een inrit kan alleen niet overal gerealiseerd worden. Als een inrit bijvoorbeeld ten koste gaat van openbaar parkeren of van de hoofdgroenstructuur. Of als de verkeersveiligheid of verkeersdoorstroming in het geding komen, is een inrit ongewenst.
Momenteel onderzoekt het parkmanagement of de notitie toereikende antwoorden geeft, of dat er meer gemeentelijk beleid ontwikkeld moet worden. Het PMK geeft uiterlijk 12 december een antwoord. In de tussentijd worden gesprekken gevoerd met gevestigde ondernemers en kunnen ondernemers richting het secretariaat van het PMK reageren of suggesties doen.