Economie in Leidse regio robuust te noemen

Algemeen


 De economie van de Leidse regio heeft de coronacrisis goed doorstaan. Dat blijkt uit de de regionale economische monitor. Deze is opgesteld door bureau Blaauwberg in opdracht van Economie071. De sterke scores zitten op de thema’s ‘kenniseconomie’ en ‘ondernemerschap en jong talent’. Uit de index blijkt dat het groeiende life-sciences complex de locomotief is die de regio-economie blijft voortduwen, ook in het coronajaar 2021.

Volgens de onderzoekers van bureau Blaauwberg zijn er ook aandachtspunten. Zo benoemen zij dat de regio steeds drukker en duurder wordt, wat de toestroom van nieuw talent kan gaan beperken. En dat terwijl er al sprake is van een krappe arbeidsmarkt. Ook de uitstroom van vele babyboomers uit het arbeidsproces gaat de 071-regio, net als de rest van het land, parten spelen. Er zijn te weinig mensen om het werk uit te voeren dat er is.

Voorbehoud

Dat de regio de crisis goed heeft doorstaan kwam al naar voren in de Index van vorig jaar. Het eerste voorbehoud echter dat in de index naar voren komt is de onzekerheid of de crisis echt over is, of dat er nu alleen een pauze beleefd wordt. Als tweede disclaimer wordt genoemd dat er los van het overkoepelende positieve economische beeld, er wel degelijk verliezen geleden zijn: sterfte, gezondheidsschade, faillissementen en verstoorde schoolloopbanen. De derde disclaimer is het zeer schommelend economisch klimaat: Er is een oorlog gaande, de inflatie loopt op, er is een tekort aan woningen en de klimaatdoelen zijn ongrijpbaar. Maar, zo stelt bureau Blaauwberg, regio 071 staat er robuust voor door de aanwezigheid van het kenniscomplex en de bedrijvigheid die daarmee verband houdt.

Krapte

Uit de index blijken zorgen rondom het thema ‘arbeidsmarkt’. De coronadip heeft een structurele trend versneld: het vertrek van de babyboomgeneratie uit het arbeidsproces. De instroom kan die hoge uitstroom niet bijbenen. En bovendien oefent de generatie geboren tussen 1946 en 1956 nog behoorlijke koopkracht uit. Die koopkrachtige vraag komt terecht bij een veel te kleine, werkende populatie, aldus de onderzoekers. Statistisch gesproken verwacht Blaauwberg pas vanaf 2027 enige verlichting, wanneer de vroege babyboomers (geboren in 1946) de grens van de levensverwachting naderen. De voorspelling is dat het sluipend zal gaan, maar na 2027 zullen er naar verwachting meer huizen op de markt komen en zal de vraag naar vrijetijdsdiensten wat gaan teruglopen. Maar de vergrijzing gaat nog lang mee. De late babyboomers (tot 1969) komen pas halverwege de jaren 2030 aan hun pensioen toe. Tot die tijd hebben we te maken met een grote uitstroom uit de arbeidsmarkt, aldus bureau Blaauwberg.